Egels
De egel komt in heel Nederland voor. Hij is onmiskenbaar door de stekels op de rug en de bovenzijde van de kop. De egel is een schemer- en nachtdier. In de donkere uurtjes zal hij zijn voedsel bij elkaar proberen te zoeken. Hiervoor legt hij grote afstanden af, minstens een kilometer per nacht. Een egel die overdag rondloopt hoeft niet per se ziek te zijn, maar het geeft wel aan dat er iets niet goed is.
Eerste hulp bij Egels
Bij een van onderstaande situaties, mag u zeker de Dierenambulance bellen:
• Als een egel overdag duidelijk in zicht buiten loopt, vooral in de winter
• Als hij gewond is (een egel die stinkt, is zeker gewond)
• Als hij onderkoeld is (voel aan de buik van de egel, is deze koud dan is de egel onderkoeld)
• Als er vliegeneitjes of zelfs maden op zitten
• Als hij ergens in verstrikt zit
• Als hij niet opgerold is en zijn ogen dicht heeft
• Als hij niet oprolt als je hem op zijn zij draait
• Als hij hoest of vieze ogen heeft
• Als alle stekels plat liggen, ook als je hem stevig aanraakt
• Als zijn winternest verstoord is en er niet meer kan blijven
• Een kleine egel zonder moeder bij is (ook niet na een tijdje)
• Pak de egel op met dikke handschoenen of leg eerst een handdoek over het dier heen.
• Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
• Leg een laag kranten op de bodem en probeer een nest te maken van oude lappen of handdoeken.
• Laat een handdoek over het dier heen liggen (wel zo dat het beestje kan ademen), dit beperkt stress en onrust.
• Houdt de egel warm door een kruik of fles warm water met handdoek er omheen bij het dier te plaatsen.
• De egel heeft wel voldoende ruimte nodig om van de warmtebron af te kunnen kruipen.
• Geef water (níet tijdens het vervoeren). Nooit melk!
• Neem contact op met de egelopvang in de buurt of bel de dierenambulance om het dier naar een opvang te brengen.
Egels zijn luidruchtige en enthousiaste eters. Ze eten niet alleen graag slakken, oorwurmen, kevers en wormen, maar kunnen ook rupsen en duizendpoten aan, die voor veel andere diersoorten te bitter of smerig worden gevonden. Egels zijn ook dol op vlees en smullen vaak van het rottende vlees van andere kleine dieren, jonge muizen, kuikens uit grondnesten, vogeleieren, kikkers, hagedissen en – soms- fruit, zaden en bessen.
Wat je egels kunt voeren
Kattenvoer of hondenvoer (blikvoer of brokken), gehakt of stukjes gekookt ei, en een ruime hoeveelheid vers water.
Voor één egel is 100 gram voedsel per nacht voldoende, maar je kunt altijd meer neerzetten als je denkt dat je meerdere gasten krijgt.
Wat je egels NIET kunt voeren
In tegenstelling tot wat ons kind is verteld, mag je egels geen melk geven. Egels kunnen niet tegen lactose en krijgen diarree van zuivelproducten.
Nee. Egels zijn beschermd door de Natuurbeschermingswet. Het is dus absoluut verboden om wilde egels in je bezit te hebben. Daarnaast kunnen ze besmet zijn met worminfecties, ongedierte of andere niet-zichtbare aandoeningen. Ze hebben specifieke medische zorg nodig, die alleen voorhanden is in gespecialiseerde egelopvangcentra.
Je kunt gezonde egels wel helpen door in je tuin wat kattenbrokjes en water neer te zetten.
De egels gaan in november in winterslaap. Het is een zeer complex en wonderbaarlijk proces. Er gebeurt veel in hun lichaam. Hun lichaamstemperatuur daalt van de gebruikelijke 34 ºC naar een kille 2-5 ºC en hun ademhaling stopt, althans hij daalt van tussen de 25 en 50 ademhalingen per minuut tot een zeer laag niveau waarbij ze lange perioden niet ademen en dan korte tijd heel snel ademen. Ook hun hartslag vertraagt sterk, van een rappe 150 slagen per minuut tot slechts 10 slagen per minuut.
Van buitenaf bezien kan de egel dood lijken. Hij voelt koud aan en beweegt niet, maar als je hem zachtjes aantikt of een onverwacht geluid maakt kan hij hierop reageren door langzaam zijn stekels te bewegen of zijn lichaam nog iets verder op te rollen.
Pas als het lente wordt en de buitentemperatuur consequent 10-12 ºC bedraagt, verlaat de egel het nest. Het kost een paar uur tot een halve dag om uit zo’n diepe slaap wakker te worden en de bloedsomloop, ademhaling en lichaamstemperatuur weer op normaal niveau te brengen. De egel blijft met gesloten ogen stil liggen tot zijn lichaamstemperatuur 20 ºC bedraagt. Half wakker opent hij zijn ogen en schudt hij met zijn lijf. Dan stommelt hij slaapdronken rond tot hij zijn doel van 34 ºC bereikt.
Tijdens de lange periode in het nest verliest een egel 30 tot 40 procent van zijn lichaamsgewicht. De eerste weken na de winterslaap zijn egels dan ook vooral gericht op het zoeken naar voedsel en proberen ze weer op gewicht te komen zodat ze aan het begin van de zomer kunnen paren